Vinnie Ko
In je nakie in een bollenveld
7 december 2016 - cjp.nl
Tekst en beeld: Tommie Luyben
Vinnie Ko verhuisde op zijn negentiende van Zuid-Korea naar Groningen om te studeren. Vorige week kwam z'n boek Met Hartelijke Groente uit, met daarin zijn beslommeringen in Nederland. We spraken hem.
Voor ons Nederlanders lijkt de Nederlandse taal eenvoudig. Niet voor de Zuid-Koreaanse Vinnie Ko. Toen hij hier aan zijn studie begon, sprak hij geen woord Nederlands. Inmiddels gaat het vlekkeloos, maar daarvoor legde hij een lange weg af.
Wat waren je verwachtingen toen je hierheen kwam?
'Toen ik vanuit Zuid-Korea naar Groningen verhuisde, wist ik niks van Nederland. Ik kende alleen het clichébeeld van tulpen en windmolens. De eerste rare indruk van Nederland kreeg ik in de trein van Schiphol naar Groningen. In de vierzits tegenover mij haalde een meisje een halve komkommer uit haar tas. Die at ze op, als snack. Zoiets had ik nog nooit gezien. In Zuid-Korea mag je wel kleine snoepjes eten in het openbaar, maar geen grote dingen. Dat stoort de omstanders.'
Hoe klonk Nederlands in jouw oren?
'Zacht en stekelig tegelijkertijd. Op mijn eerste avond ging ik wandelen en belandde in het Noorderplantsoen, waar op dat moment het Noorderzon Festival plaatsvond. Twee meisjes voor mij spraken Nederlands. Geen idee waar ze het over hadden, maar ik kan me die stekelige G-klanken nog goed herinneren. Zo klonk Nederlands dus.'
Was het lastig om een huis te vinden?
'Zoals de meeste studenten ging ik op kamerjacht. Ik ben naar veel hospiteeravonden geweest, waarvan sommige heel bizar waren. Dan kreeg ik vragen naar mijn hoofd geslingerd als 'wat voor groente zou je willen zijn?' Wist ik veel! Ik heb maar broccoli gezegd. Eén keer werden er vijftien kandidaten tegelijkertijd uitgenodigd. Dan moest ik als enige buitenlander met mijn gebrekkige Nederlands een goede indruk achterlaten. Pittig. Het huis was trouwens verre van ideaal, alles was zó smerig! Overal broodkruimels, opgedroogde sausplekken; ik zag nog net geen ratten rondlopen. Alsof ik in een aflevering van De Smaakpolitie beland was.'
Is het uiteindelijk wel gelukt?
'Ik kwam terecht in een studentenhuis met vier jongens, die in huis alleen maar Nederlands spraken. In het begin was het heel lastig. De eerste maanden begreep ik niks van de gesprekken aan tafel. Ongemakkelijk was dat. Achteraf gezien bleek deze hardnekkige aanpak de beste: ik móest wel Nederlands praten.'
Tijdens je studie ging je weer een nieuwe uitdaging aan.
'Ja, voor m’n stage gaf ik wiskundeles op het Esdal College in Emmen. De eerste keer dat ik de school binnenliep, wist ik niet wat ik zag. Overal rennende en gillende kinderen. Net een jungle. Dat was even slikken.'
Hoe reageerden de docenten op een buitenlandse leraar?
'Toen ik net stage liep, droeg ik vaak T-shirts. Dan probeerden leraren me de lerarenkamer uit te sturen; ze dachten dat ik een leerling was. Verder deden ze erg hun best. Bijvoorbeeld de gymleraar. Hij hield een heel betoog dat hij naar Thailand was geweest en sindsdien dol was op Thais eten. Alsof je tegen een Nederlander zegt hoe tof je het in Polen vond.'
En de leerlingen?
'Dat verliep soepel. Ik vroeg aan de leerlingen of ze me wilden verbeteren als ik een taalfout maakte. Er werd gelukkig niet de spot mee gedreven. Wat wél soms gebeurde, is dat leerlingen vroegen of ik Gangnam Style wilde vertalen als ze geen zin hadden in wiskundeles. Dat nummer was toen net een grote hit. Gangnam is een wijk in Seoul waar dure huizen en chique winkels zijn en de televisiesterren wonen. Je kunt het vergelijken met ’t Gooi in Nederland. Style betekent gewoon stijl. Eigenlijk zingt hij 'ik ben een Gooische kakker', als je het naar Nederlands zou vertalen.'
Wat in Nederland is je favoriet?
'Ik ben een enorme fan van friet. Het geheim van perfecte friet zit 't hem in het bakken: twee keer. Eerst op een lage temperatuur zodat de gesneden aardappels gaar worden een vervolgens op een hogere temperatuur voor de krokante buitenkant. Heerlijk, vooral met mammoetsaus. Da’s mayonaise met gedroogde tomaat, ui en knoflook. Geen saus gemaakt van mammoeten.'
Huh?
'Ja, da’s best verwarrend in jullie taal. Neem bijvoorbeeld tomatensaus. Da’s gemaakt van tomaten. Maar voor slasaus is geen krop sla aan te pas gekomen; het is saus voor over de sla. Het is geen boterhampasta maar chocoladepasta, gemaakt van chocolade. Gelukkig is tandpasta niet gemaakt van gemalen tanden.'
Gadver!
'Ook gek is het gebruik van enkelvoud en meervoud bij samenstellingen. Tandpasta. Da's enkelvoud. Maar het is wel tandenborstel. Tandarts is weer enkelvoud maar tandenstoker is wel met –en. Verwarrend!'
Nog meer gekke dingen in onze taal?
'Genoeg. Bijvoorbeeld het verschil tussen leggen en zetten. Ik zet een kopje thee op tafel maar ik leg mijn bos sleutels op het dressoir. Wanneer gebruik je 'leg' en wanneer 'zet'? Ik denk dat het te maken heeft met de verticale of horizontale positie van het voorwerp dat je zet. Of legt.'
Nog nooit over nagedacht. Da’s inderdaad gek.
'Voorzetsels zijn ook moeilijk. Ik zit op mijn kamer, maar ik zit in de bus. 's Avonds zit je in de woonkamer vóór de televisie, maar op kantoor zit je achter je computer. Wat is het verschil? Je zit precies hetzelfde, maar bij de een zit je voor het scherm en bij de ander zit je er achter. Dat zijn dingen die je moet leren.'
Een laatste dringende vraag: van wie kwam het idee om naakt op de kaft te staan?
'Van een vriend van me: 'je moet in je nakie in een veld gaan staan met een klein molentje voor je kruis!' In de eerste instantie vond ik het belachelijk, maar na een nacht slapen zag ik de commerciële potentie. De uitgeverij was enthousiast. Omdat de omslag heel klein is, valt zo’n kleine molen weg. Vandaar de tulpen. De foto is in Krommenie gemaakt, tijdens zonsopgang. Je hebt dan prachtig zacht licht. Het was superkoud buiten. Toen we klaar waren met de shoot, zat er onder mijn klompen een dikke laag ijs. Ik werd letterlijk blootgesteld aan Nederland.'