top of page

'Jezus Christus,

wanneer komt 'ie er godverdomme uit?'

23 december 2015 - cjp.nl
Tekst: Tommie Luyben

Het is weer de gezelligste tijd van het jaar: Kerstmis. Luidkeels zingen we talloze liedjes over het kindeke Jezus en hoe hij op aarde kwam. Een bijzonder verhaal, vindt CJP. Dat mag anno 2015 best opnieuw verteld worden. 

25 December. Met kerstliedjes, cadeaus en een shitload eten vieren we de geboorte van Jezus Christus. Je kent hem wel, één van de hoofdpersonages uit bestseller De Bijbel. Zijn fans noemden hem 'Zoon van God' en hij was vooral bezig om de mensheid te verlossen van hun zonden. Leuk bijbaantje. Hij is al vele eeuwen dood, maar nog steeds wordt ieder jaar het verhaal van zijn geboorte verteld. Hoe dat ook alweer ging?

Verliefd, verloofd, onbevlekt ontvangen

Het begint allemaal ver weg, in Nazareth.  Daar woonden Maria en Jozef: een leuk jong, koppeltje. Maria; snoezig, een tikkeltje verlegen. Zo’n meid die graag taarten bakt, op zaterdag gaat shoppen met vriendinnen en wegzwijmelt bij All You Need Is Love. Haar verloofde, Jozef, zwoegt in de bouw om de huur én de koopverslaving van zijn aanstaande te kunnen betalen. Alhoewel ze het niet breed hebben, zijn ze dolgelukkig.

Dan, op een dag, moet Maria iets bekennen aan Jozef. 'Schatje', fluistert ze. 'Ik heb een verrassing; we krijgen een kindje.' Woest sluit Jozef zich op in het toilet en komt er de rest van de dag niet meer uit. Maria zwanger? What the f***?. Al jaren smeekt hij haar om horizontaal met hem te gaan. Standvastig wijst Maria hem af, steeds weer. Seksen voor het huwelijk vinden haar ouders niet oké. Of ze heeft hoofdpijn. Of Jozef stinkt uit zijn mond. Verder dan wat geschuur (met kleren aan) zijn ze nooit gekomen.

Gelukkig wordt de boel gesust. Maria komt met een heel plausibel verhaal waarom ze in verwachting is. 'Ik ben onbevlekt ontvangen. De Heilige Geest daalde op mij neer en nu ben ik zwanger van een godenzoon. Cool hè?' Jozef komt logischerwijs onmiddellijk tot inkeer. 'Had dat dan meteen gezegd', slikt hij, en veegt met zijn mouw tranen van geluk op. 'Mijn vrouw, bevrucht door God. Jottum!' Zijn dag kan niet meer stuk. 'Hoe zullen we ons kindje noemen, schatje?' Waarop Maria gelukzalig antwoordt: 'Ik zit al dagen met de naam Quinoa in mijn hoofd.'

Expeditie Bethlehem

Helaas pindakaas wordt het prille geluk na een tijdje verstoord. Voor een volkstelling moet het paar afreizen naar Bethlehem. Slechte timing, want Maria heeft een paar dagen ervoor hun Fiat Panda in de prak gereden en vanwege bladeren op het spoor rijden er geen treinen. Jozef weet vervanging te ronselen: een ezel. De inmiddels hoogzwangere Maria zegt haar zwangerschapsmassages af en ze beginnen aan een lange tocht naar Bethlehem. Road trip! Maria vloekt de hele reis; aambeien maken het gehobbel ondraaglijk. Ook de ezel heeft leukere tijden gekend; Maria is topzwaar en heeft bovengemiddeld veel last van urineverlies.

150 kilometer later komen ze aan in Bethlehem. Gebroken. Het enige wat Maria nu nog wil, is een warme douche, een zacht bed en een schone onderbroek. Daar kan ze naar fluiten, want in de hele stad is geen hotel, hostel of airbnb te vinden dat nog plek voor ze heeft. De reden? BDE: Bethlehem Dance Event. Jozef stelt voor om van de situatie gebruik te maken en de nacht door te halen in een club. Maria heeft ook wel zin in een rave, maar plots is haar net opgedroogde onderbroek weer zeiknat; de vliezen zijn gebroken. Ze zet het op een krijsen, want het kindje in haar buik probeert zich een weg naar buiten te banen. Hij wil er uit. NU.

Wanhopig klopt Jozef op alle deuren die hij maar tegenkomt. Niemand is zo gek om het duo in huis te nemen. Hij is ranzig en zweterig. Ook zijn naar pis stinkende zwangere vriendin vloekt op een veilige afstand de wereld naar de verdoemenis.

 

Ezel-odeur

Godzijdank krijgt eén dame medelijden en biedt ze een plek aan. Niet in huis, dat wordt een kliederige bende. Ze mag in de stal baren. Of ze wel de deur weer op slot willen doen en de sleutel door de brievenbus gooien, als ze klaar zijn. 'Oh, dank u. Duizendmaal dank', stamelt Jozef, terwijl Maria de stal in strompelt.

 

De bevalling gaat –eenmaal binnen- vrij vlot. De hooibalen in haar rug zijn comfortabel en die paar dieren eromheen vormen een welkome afleiding. 'Toe schatje, je kan het. Nog even volhouden', steunt Jozef zijn liefste. Bezeten blijft Maria puffen. 'Jezus Christus, wanneer komt ‘ie er godverdomme uit' gilt ze. En floep; daar is het kindje al. Een zoontje. 

'Jezus Christus? Dat bekt wel lekker.' Zo kwam Jezus Christus aan zijn naam.  De ezel bijt bij gebrek aan een schaar de navelstreng door en likt de baby schoon. Niet echt een fris Zwitsal-geurtje. Maar hé, je mag een gegeven ezel niet in de bek kijken.

You get a wierook! And you get a wierook!

Maria is kapot; ze wil alleen nog maar slapen. 'Geen polonaise aan mijn lijf', zucht ze, als Jozef het kindje bij haar in de armen wil leggen. Jozef heeft zijn zoon nog niet in een voederbak gelegd, of er wordt al op de deur geklopt. Een groep herders en drie wijzen komen terug van het dance event en zoeken een geschikte plek voor de after. Jozef vindt het best, maar baalt dat hij geen beschuit met muisjes kan aanbieden.

De wijzen bedelven het pasgeboren kindje onder de cadeaus: wierook (ook voor de andere aanwezigen), mirre (altijd handig), een CJP-pas. Er wordt gefeest en gelachen tot de zon opkomt. Maria is weer bij zinnen en houdt haar zoon liefkozend in de armen; het is tijd om naar thuis te gaan. Het bezoek wordt uitgezwaaid en de ezel achtergelaten in de stal. Hij is intussen dikke matties for life geworden met de koe en de schapen.  De sleutel wordt netjes in de brievenbus gedeponeerd en het kersverse gezin pakt de Intercity terug naar Nazareth. Zonder vertraging.

En ze leefden nog lang en gelukkig. Nou ja, dat klopt ook niet helemaal. Jezus Christus krijgt nog heel wat ellende voor zijn kiezen. Maar hij groeit wel uit tot een legende en is de reden dat we vandaag de dag zoveel nationale feestdagen hebben. Thanks, Jezus.  

bottom of page